Het dagcentrum De Twijg is een organisatie erkend door het Vlaams Agentschap Jongerenwelzijn. Het is als jeugdhulporganisatie sinds 01/01/2016 een afdeling van het Orthopedagogisch Centrum Sint-Jozef in Gent.
Begonnen in 1989 is de werking tijdens de laatste 15 jaar sterk veranderd. Lees hieronder de geschiedenis van het dagcentrum.
Vooraf
In de zomervakantie van 1983 ging het speelplein ‘t Leebeekje van start, een initiatief van enkele mensen die elkaar kenden vanuit een vakantiewerking voor gehandicapten. Eén van hen was toen directeur van de basisschool in de buurt en vond dat er voor de vakantiedagen voor de kinderen iets georganiseerd moest worden. Een aantal broeders (Broeders van Liefde) en enkele vrienden gingen op verkenning om een speelplein uit de grond te stampen waar kinderen ‘echt vakantie’ konden beleven: plezier hebben in het samen-zijn, samen leuke dingen doen.
De woonwijk Nieuw-Gent / Steenakker in het zuiden van Gent kende weinig sociale en culturele organisaties. Voor de kinderen was er weinig speelmogelijkheid. De initiatiefnemers van ‘t Leebeekje wilden daartoe een ‘vrij-spel-speelplein’ oprichten onder het motto: ‘De kleinsten eerst’. De formule sloeg aan en al snel waren er dagelijks een 100-tal kinderen aanwezig. De volgende jaren steeg het aantal kinderen almaar – zelfs de top van zelfs 400 kinderen per namiddag werd bereikt.
Ondertussen werd een nieuwe nood overduidelijk. Zowel tijdens de schooldagen als tijdens de vakantiedagen viel het op dat sommige kinderen ‘aan hun lot overgelaten werden’: moeilijk benaderbaar, moeilijk gedrag, weinig sociaal vaardig, … Had het met hun leefsituatie thuis te maken?
Zo werd er rond 1986 over een nieuw initiatief gepraat. Ook nu werd een verkenningsronde gestart. De Dagcentra voor Schoolgaande Jeugd waren gekend: dit waren initiatieven die in het begin van de jaren 80 in Leuven en Antwerpen opgestart waren. Marc Bittremieux f.c. was ervoor geïnteresseerd geweest tijdens zijn studietijd. Uiteindelijk werd gekozen om in de Wijk Nieuw-Gent zo’n dagcentrum te starten. Hiertoe werd een nieuwe VZW [Dienstwerk voor Maatschappelijke Zorg (DMZ), Gent] opgericht. De Congregatie van de Broeders van Liefde was bereid ons te ondersteunen om een erkenning te krijgen bij de Vlaamse Gemeenschap en tevens logistieke en organisatorische steun te bieden. Een terrein met een containergebouw werd klaar gemaakt in de Gestichtstraat 2 te Gent. Het Comité voor Bijzondere Jeugdzorg en de Jeugdrechtbank van Gent spraken hun steun uit. De jonge sector Bijzondere Jeugdbijstand was aan een eerste hervorming toe: minder plaatsing van kinderen in residentiële instellingen en overstappen naar een gezinsbegeleidende hulpverlening. De dagcentra waren toen een stap in die richting.
De VZW ‘DMZ’ werd door het Ministerie van Gezin en Welzijn erkend en gesubsidieerd om op 1 maart 1989 te starten met een Dagcentrum voor Schoolgaande Jeugd. Het dagcentrum was (en is nog steeds) een ‘autonoom dagcentrum’, d.w.z. niet ontstaan uit ombouw van residentiële Bijzondere Jeugdzorg-plaatsen en dus binnen de VZW niet verbonden met andere werkvormen. Het dagcentrum kreeg de naam ‘De Twijg’, verwijzend naar de groeikracht en het nieuwe leven van een jonge twijg aan een (gezins-)tak of een oude tronk.
De beginjaren …
Marc Bittremieux stapte over van het onderwijs naar het dagcentrum als halftijdse verantwoordelijke. De andere initiatiefnemers bleven bij hun onderwijstaak. Medewerkers werden aangezocht (4,5 voltijdse begeleiders en een halftijdse schoonmaakster-kokkin).
Tijdens de eerste drie jaren werd echter de nodige 80%-bezetting niet gehaald, zodat de capaciteit van 12 te begeleiden minderjarigen teruggebracht werd naar 11. De personeelsbezetting kwam hierdoor niet in het gedrang. Intense bijscholing, overleg met consulenten en professionalisering in de hulpverlening deed het dagcentrum een gepaste plaats verwerven in de Bijzondere Jeugdbijstand.
In 1994 verkreeg het dagcentrum een nieuwe erkenning voor 5 jaar, op basis van een nieuw Vlaams Besluit. Ten gevolge van een ‘nieuwe berekeningswijze van het subsidieerbare personeelskader, moesten we hierbij een halftijdse begeleidersfunctie inleveren. Maar de werkvorm ‘dagcentrum’ kreeg een duidelijke positionering binnen de Bijzondere Jeugdbijstand.
We wijzigden toen ook de naam van het dagcentrum. Voortaan zouden we heten: Dagcentrum voor Bijzondere Jeugdzorg ‘De Twijg’. [Andere dagcentra verkozen de term: Dagcentrum Integrale Gezinsbegeleiding.] Tegelijk waren de Broeders van Liefde bereid het dagcentrumgebouw uit te breiden met een administratieve vleugel (4 burelen).
Het dagcentrum expliciteerde duidelijker haar functies. De integrale begeleiding van gezinnen willen we realiseren door het aanbieden van vier essentiële functies aan de gezinnen: de gezinsbegeleiding, de groepsbegeleiding (opvang in groep), de individuele begeleiding en de schoolsgerichte begeleiding.
Vooral de gezinsbegeleiding werd methodisch beter doordacht. Via jarenlange supervisie stapten we van een systeemtheoretische benadering van de gezinnen over op contextuele benadering, gebaseerd op de contextuele therapie, zoals ze ontworpen werd door Nagy.
Ook de andere functies werden binnen het team professioneler aangepakt en we schreven verschillende vernieuwende basisteksten.
In 1997 werd het Kwaliteitsdecreet afgekondigd. Het was een bevestiging van ons zoeken om intenser en bewuster in het werk te staan. Ons werk moet een kwaliteitsvolle begeleiding zijn van gezinnen in een bemoeilijkte leef- en opvoedingssituatie. Onze missie en algemene doelstellingen werden in het team bediscussieerd en vastgelegd.
Ook werd in 1997 het personeelskader uitgebreid via de middelen van het Sociale Maribelfonds (eerst een 1/3de-tijdse en later in 1999 nog een halftijdse begeleider).
In 1998 begonnen de plannen om te verhuizen gestalte te krijgen. De Broeders van Liefde waren bereid voor ons een afgebrand herenhuis te herstellen en in functie van een dagcentrum te renoveren. Gedurende 1999 werd intens verbouwd en gerenoveerd, zodat we op 1 april 2000 konden verhuizen.
Het huis in de E. De Deynestraat (nr. 4 – nu nr. 20) mag gezien zijn. De eigenaar heeft kosten noch moeite gespaard om er een mooi en praktisch dagcentrum van te maken. Op het gelijkvloers vinden we alle ruimten voor de minderjarigen: leefruimte, eetruimte en een goed ingerichte keuken. Op de eerste verdieping werden de vergaderruimten ingericht: een ruimte voor de teamvergadering/ gezinsgesprekken, een ruimte voor de individuele begeleiding van de minderjarigen en een studielokaal. Op de tweede verdieping werden de burelen ondergebracht: twee burelen voor de begeleiders, een apart bureel voor de hoofdbegeleider en een apart bureel voor de directeur. Op een aparte traphal werd de dossierruimte ingericht. Op zolder kunnen we alle gerei voor kampen, voor oude boekhouddossiers, … kwijt.
Toch nog meer …
De initiatiefnemers van ‘t Leebeekje en van De Twijg hebben ondertussen niet stil gezeten. In 1994 was de nieuwbouw voor het speelplein ‘t Leebeekje af en kon van start gegaan worden met een nieuw initiatief: de kinder- en jongerenwerking ‘t Leebeekje. In deze nieuwe werking zou met vrijwilligers als begeleiders ook een jaarwerking uitgebouwd worden voor de opvang van kinderen en jongeren na de schooltijd. Op het eerste gezicht enigszins een gelijklopend initiatief als De Twijg. Maar het dagcentrum was vanaf het begin geen eerste-lijnshulpverlening. Enkel via de drempel van het Comité voor Bijzondere Jeugdzorg of de Jeugdrechtbank konden gezinnen en minderjarigen in het dagcentrum begeleid worden. Daarom werd een nieuwe laagdrempelige, vrij toegankelijke werking gestart. De speelpleinwerking en de kinder- en jongerenwerking zijn nauw met elkaar verbonden (zelfde vrijwilligers, zelfde gebouw). Aanvankelijk was er ook enige samenwerking met het dagcentrum De Twijg.
’t Leebeekje kantelde in 2018 in in Bloemenstad, een vakantiewerking van vrijwilligers voor mensen met een mentale beperking, die daarnaast de sociale werking van ’t Leebeekje overgenomen heeft op de locatie van ’t Leebeekje.
Beide organisaties – Bloemenstad en De Twijg – functioneren thans los van elkaar …
Overdracht van de werking aan de VZW Organisatie Broeders van Liefde
Alle organisaties moeten aan kwaliteitseisen voldoen, zo ook beleidsmatig. Om als kleine organisatie toch voldoende gedragen en gesteund te zijn, werd in juli 2012 de eigen VZW ontbonden en de werking overgedragen aan de Broeders van Liefde. Het is de bedoeling om met de andere organisaties binnen de sector Welzijn samen te werken. Na een opstart in samenwerking met het KOC Sint-Gregorius (Gentbrugge) werd in 2015 overgegaan met een nauwe samenwerking met onze buur het OC Sint-Jozef (nu met de naam OC Styrka). Hierdoor zal er wellicht synergie ontstaan, vooral op het vlak van de contextbegeleiding. Ook zijn er mogelijkheden om in noodsituaties minderjarigen van het dagcentrum voor enkele nachten een bed aan te bieden…
De jeugdhulp in Vlaanderen wordt meer en meer ‘integraal’ en ‘intersectoraal’. De intersectorale samenwerking van het OC Styrka en Dagcentrum De Twijg staat dus vooraan in de vernieuwde visie op jeugdhulp.
De toekomst
Vanaf 01/01/2016 is het dagcentrum De Twijg (sector Bijzondere Jeugdzorg – Opgroeien) ingekanteld als een afdeling van het Orthopedagogisch Centrum Sint-Jozef (met als entiteiten: het OC Styrka (VAPH), het BuBao- en BuSO-onderwijs Styrka en de vakantiewerking Bloemenstad voor mentaal gehandicapten).
Bestuurlijk werd beslist dat de Mobiele begeleidingsdienst ZigZag van het OC Styrka gehuisvest wordt in het gebouw van het dagcentrum. Hierdoor is er een opportuniteit ontstaan van intersectorale samenwerking. Hier lees je meer over de werking van ZigZag.
We houden jullie op de hoogte van de ontwikkelingen in 2016 en later.